Geschiedenis van de Heilige Bijbel
QUESTION: Hoe ziet de geschiedenis van de Heilige Bijbel eruit?ANSWER:In tegenstelling tot enig ander boek dat ooit is geschreven, is de Heilige Bijbel samengesteld uit afzonderlijke teksten die een periode van meer dan 1400 jaar beslaan en heeft de Bijbel zo'n 40 verschillende schrijvers. De Bijbel bestaat uit 66 boeken, maar toch wordt hij als één boek beschouwd: Het Boek, de Heilige Schrift, het Woord van God. De tijdspanne die in de Bijbel wordt beschreven beslaat bijna 4000 jaar uit de menselijke geschiedenis en Gods openbaring van Zichzelf aan en door de mens. De geschiedenis van de Heilige Bijbel is de geschiedenis van Gods betrokkenheid bij de mensheid.
Deze periode van 1400 jaar begint met het werk van Mozes, dat bestaat uit de eerste vijf boeken van de Heilige Bijbel. Deze boeken bevatten de tijdsperiode vóór het leven van Mozes. Zij beginnen met de feitelijke schepping van de kosmos. We leren in deze boeken over het prille begin van de mensheid. De laatste schrijver was waarschijnlijk Johannes, die op het eiland Patmos het boek over de Openbaring van Jezus Christus schreef. Tussen de dagen van Mozes en Johannes bevindt zich een tijdspanne van ongeveer 14 eeuwen, maar de Heilige Bijbel beschrijft meer dan 4000 jaar van de geschiedenis. De laatste schrijvers leefden bijna 2,000 jaar geleden. Hoe kon Mozes over zaken hebben geschreven die plaatsvonden vóór Adam? Op dezelfde manier waarop de profeten later konden schrijven over zaken die pas honderden en duizenden jaren later zouden plaatsvinden. De auteurs schreven Gods Woord, onder de leiding van de Heilige Geest. God openbaarde dingen aan hen die anders onkenbaar zouden zijn geweest.
De Heilige Bijbel is verdeeld in twee delen. Aan alles wat vóór de geboorte van Jezus Christus werd geschreven, wordt het Oude Testament genoemd. Een testament is een geschreven rapport, bewijs, getuigenis of verslag van gebeurtenissen die reeds hebben plaatsgevonden. Het Oude Testament bevat 39 boeken (in de Protestantse Bijbel). Er zaten ongeveer vierhonderd jaar tussen het schrijven van het laatste boek van het Oude Testament en de geboorte van Christus. Deze worden ook wel de "stille jaren" genoemd; vierhonderd jaar waarin God niet via Zijn profeten sprak. Enkele van de historische gebeurtenissen die in deze periode plaatsvonden, zijn vastgelegd in de Katholieke
"Douay" versie van de Bijbel. Deze boeken worden de
"Apocriefen". De apocriefen vullen enkele leemten in de periode van 400 jaar tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Het was de tijd van de Makkabeeën.
Deze stilte werd verbroken door de plotse verschijning van een "groot hemels leger", dat de geboorte aankondigde van de beloofde Redder. Het Nieuwe Testament begint met de komst van Christus op aarde als de voorspelde
"Immanuël" (wat "God met ons" betekent), in de gedaante van Maria's baby, Jezus. God had de gedaante van een menselijk lichaam aangenomen. Het Nieuwe Testament bestaat uit 27 boeken en leidt het tijdperk van de kerk in. In de tijd van de boeken van Mozes tot de profeten en andere boeken van het Oude Testament werkte God uitsluitend via de kinderen van Israël. Vandaag worden zij het Joodse volk genoemd. Maar via de kerk is Gods genade beschikbaar voor alle mensen. Dit geldt ook voor niet-Joden. Het geldt voor mensen uit alle volken en rassen.
Het Oude Testament keek vooruit de komst van de beloofde Messias. Het Oude Testament is doorspekt met profetieën over Hem. Het tiende hoofdstuk van Hebreeën geeft een goede verklaring voor de verweving van het Oude Testament en het Nieuwe Testament uit dezelfde stof. Beide gaan over Christus. Het ene testament kijkt uit naar Zijn komst; het andere beschrijft Zijn komst naar deze wereld, waardoor elke profetie uit het Oude Testament over Zijn aardse bediening is vervuld.
Het Oude Testament bleef een Hebreeuws boek tot ongeveer 280-150 voor Christus. Toen werd het in Alexandrië, in Egypte, vertaald naar het Grieks. Deze vertaling staat bekend als de Septuagint. De volgende taalkundige verandering vond plaats toen Hiëronymus (ongeveer 383-405 na Christus) de Heilige Bijbel vertaalde naar het Latijns (de zogenaamde
"Vulgaat"). Deze vertaling werd bijna 1000 jaar lang door de geestelijkheid gebruikt.
De eerste Engelstalige vertaling werd door John Wycliffe geschreven. Niet veel later gaf de Engelse koning James opdracht tot de Engelse vertaling die wij nu kennen als de King James Versie. Dit gebeurde in 1611. De Bijbel was pas in 1526 voor het eerst in het Nederlands beschikbaar. De vertaling van het Nieuwe Testament in deze "Van Liesveltvertaling" was gebaseerd op de Lutherse vertaling; het Oude Testament was gebaseerd op het Vulgaat. In 1637 werd de beroemde Statenvertaling voltooid.
God heeft de Bijbel, van het eerste boek Genesis tot het laatste boek Openbaring, voor ons behouden. Er zijn veel vertalingen, maar God heeft door de generaties heen Zijn woord trouw voor ons bewaard. Jezus maakte dit duidelijk, zoals in Matteüs 5:18 is vastgelegd: "Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn.". Toen Hij deze woorden sprak, was het Nieuwe Testament nog niet geschreven. De enige beschikbare Bijbelteksten waren dus de boeken van het Oude Testament. Hij stelde dat nog geen pennenstreek veranderd zou worden totdat alles vervuld zou zijn. Hiermee doelde Hij op de profetieën die in het Oude Testament waren vastgelegd.
De Bijbel is het enige complete geschiedenisboek. Alle andere geschiedenisboeken beslaan slechts het verleden. Maar de Heilige Bijbel legt de
hele geschiedenis van de mensheid vast, van het allereerste begin tot aan de dag waarop de aarde zal verdwijnen en een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zullen verschijnen. De Bijbel beslaat de geschiedenis van de mensheid van begin tot eind. Geen enkel ander geschiedenisboek heeft ooit toekomstige gebeurtenissen vastgelegd. Alleen God bezit dergelijke kennis. Hij is de Alfa en de Omega. De
IK BEN van de eeuwigheid. De Bijbel is "in de tijd" geschreven vanuit een eeuwig perspectief. Alleen God kan zo'n meesterwerk hebben geschapen.